Alberto Fujimori is de zoon van Japanse immigranten en president van Peru van 1990 tot 2000. Hij werd onverwacht gekozen – als rector van een agrarische universiteit had niemand hem ooit op politieke ideeën betrapt. Maar de nood was hoog: Peru was bankroet en geweigerd door de internationale gemeenschap omdat het zijn schulden niet kon betalen. En tien jaar na de eerste aanslag leek de rebellenbeweging het Lichtend Pad sterker dan ooit. De onbekende ‘Chinees’ zoals de Peruanen hem noemen zonder politieke partij of geschiedenis was een verademing voor de Peruanen.
De eerste regeringsperiode was succesvol – de munteenheid was stabiel, de staatsschuld kromp, buitenlandse investeringen stroomden toe en Abimael Guzmán, de leider van het Lichtend Pad, werd gearresteerd. Daarna kwam Fujimori’s ‘auto-coup’ – hij stelde de grondwet buiten werking en stuurde het Congres naar huis en installeerde een dictatuur. Zijn paramilitaire doodseskader Grupo Colina kreeg vrij spel en werd berucht omwille van ontvoeringen en buitengerechtelijke executies.
In 2009 werd Fujimori veroordeeld tot 25 jaar celstraf wegens mensenrechtenschending en corruptie. Het regime wordt door Transparency International als één van de corruptste van de 20e eeuw beschouwd.
Veel Peruanen zien de straffen als een complot. Voor hen is Fujimori de president die kwam op plekken waar de overheid zich nog nooit had laten zien. Hij liet er talloze wegen, scholen en klinieken bouwen. Dat is een van de redenen dat zijn dochter Keiko Fujimori, een populaire presidentskandidaat is voor de verkiezingen in 2016.
Het Lichtend Pad (Sendero Luminoso) is een revolutionaire organisatie gebaseerd op het Maoïsme. De beweging werd in 1970 opgericht door Abimael Guzmán, alias Kameraad Gonzalo, voormalig universitair docent filosofie. Het oorspronkelijke doel was om de regering omver te werpen en te vervangen door een communistisch boerenregime. Paradoxaal genoeg werden gewone boeren de grootste slachtoffers van Sendero, die vond dat boeren geen mening of initiatief hadden en door anderen naar de heilstaat geleid moesten worden. Ze voerden zware straffen in, waarbij overtreders publiekelijk ter dood werden gebracht. Grote aantallen Asháninka-indianen zijn door hen uitgemoord, tot slavernij gedwongen of onder bedreiging gerekruteerd.
In 2003 verklaarde Peru’s Waarheids- en Verzoeningscommissie dat er ongeveer 70 duizend mensen zijn verdwenen of omgekomen tijdens de burgeroorlog (1980-2000). Het Lichtend Pad maakte zich ook schuldig aan aanslagen op de overheid en het leger.
Nadat Guzmán in 1992 gevangen werd genomen, is de organisatie nog sporadisch actief geweest. Wel wordt de in verband gebracht met cocaïnesmokkel, hierbij zijn regelmatig botsingen met regeringstroepen.
De geschiedenis van Peru keert vanaf 2000. Na het aftreden van president Fujimori – hij werd vervolgd wegens corruptie en schending van de mensenrechten – kwam een einde aan een serie van onbekwame en corrupte presidenten. Zijn opvolgers president Alejandro Toledo en vooral Alan Garcia hervormden Peru in zes jaar tot een democratische natie en een topbestemming voor investeerders.
Terwijl de rest van Latijns-Amerika de economie met 50 procent zag toenemen, verdubbelde die van Peru tussen 2002 en 2012. Als enige land in de wereld slaagde Peru erin in een korte tijd een kwart van de inwoners aan een middeninkomen te helpen. Chef-kok Gastón Acurio had geen beter moment kunnen kiezen om de lokale keuken te herintroduceren. Eten – er is geen onderwerp waar Peruanen liever over praten – bleek het juiste vehikel om de groeiende nationale trots te kunnen dragen. Gastronomie brengt mensen van verschillende achtergronden samen en verandert Lima. In 2001 werd de basis voor de revival van de stad gelegd door burgemeester Alberto Andrade. Hij legde parken aan, liet een highway bouwen en restaureerde de binnenstad. Door de gastroboom verdubbelde het aantal restaurants, toeristen kwamen en dat brengt werk en investeringen met zich mee.
Peru is een van de snelst groeiende en meest stabiele economieën van het continent.Terwijl de rest van Latijns-Amerika de economie de afgelopen tien jaar met 50 procent zag toenemen, verdubbelde die van Peru.
Aan de basis van deze economische ontwikkeling liggen de marktgeoriënteerde hervormingen en privatiseringen in de jaren 90 van de vorige eeuw. Daarnaast zijn er diverse succesvolle maatregelen genomen ter bevordering van de internationale handel (vrijhandelsakkoorden) en voor het aantrekken van investeerders.
De verdubbeling van de economie hangt ook samen met de explosieve groei van de grondstofprijzen. Peru is in de wereld de op twee na grootste exporteur van koper, zink en tin, de op vier na grootste van lood en heeft een aanzienlijke hoeveelheden gas, goud en zilver. En coca, maar dat staat niet op de nationale balans. In 2013 streefde Peru Colombia voorbij als ’s werelds grootste coca-producent).
Toerisme is een groeiende inkomstenbron: in 2015 ontving Peru 3,5 miljoen toeristen, 10 procent meer dan het jaar ervoor en drie keer zoveel als tien jaar geleden.
Een ontwikkelingsland is Peru allang niet meer. In de Human Development Index – een ranking van landen op basis van economische groei, gelijkheid, scholing en levensverwachting – staat Peru op de 84e plaats (van 187). Vooral de laatste 15 jaar is er veel veranderd. In 2006 leefde bijna de helft van de Peruanen onder de armoedegrens; in 2014 is dat minder dan een kwart (Wereldbank).
Vanaf 2000 gaat het Peru economisch voor de wind, onder andere vanwege de hoge wereldprijzen voor grondstoffen. Niet alleen de rijken profiteren van de groei – Peru slaagde erin om de ongelijkheid te verminderen. In tien jaar tijd ontsteeg een record aantal mensen de armoede door zich op te werken tot de middenklasse. Dat is het zelfs het communistische China niet gelukt. Onder de huidige linkse president Ollanta Humala wordt getracht een groot deel van de bevolking in de groeiende welvaart te laten delen.
In 2014 verdiende één op de drie Peruanen een middenklasse inkomen tussen de 10 en 50 dollar per dag (UNDP 2014). Wel is er een groot verschil tussen de stad en het platteland. De helft van het nationale inkomen wordt verdiend in Lima.
Eigenlijk best beroerd, althans tot voor kort. Het begon met de Spaanse kolonisten die in de 16e eeuw een systeem van landeigenaren invoerden – complete dorpen werden gedwongen voor een landeigenaar te werken. Generaal Velasco, die in 1968 via een staatsgreep aan de macht kwam, maakte een einde aan de semi feodale verhoudingen door grondgrondbezitters te onteigenen. Kleine boeren begonnen vaker voor zichzelf, maar door gebrek aan ervaring liep de productie drastisch terug. Boeren waren nauwelijks gewend aan de nieuwe situatie en daar was alweer de volgende tegenslag: Het Lichtend Pad. De beweging streed voor een communistisch boerenmaatschappij, maar onderwierp ondertussen de boeren in de Andes aan een streng regime. 70 duizend mensen kwamen om, vooral arme Andesboeren.
Luidt de gastroboom nu een revival van de boer in? Niet helemaal, boeren hebben nog altijd moeite om te concurreren met goedkope importproducten. Kansen zijn er zeker. Peru is ’s werelds 8e leverancier van mango’s en avocado’s. Vooral de vraag naar kwaliteitsproducten neemt toe: exotisch fruit, superfoods, cacao, koffie en quinoa – door de grote vraag vanuit het westen is er zelfs nauwelijks nog quinoa te krijgen in Peru. Boeren hebben weer hoop, en dat was volgens chef-kok Gastón Acurio de laatste 400 jaar niet het geval. ‘Peru is altijd een ongelijk land geweest met de rijken in de stad en de arme boeren op het platteland. Door de herwaardering van de lokale keuken en biodiversiteit respecteert de stad de boeren; en dat is het belangrijkste voor een land in vrede.’
De auteur van Moby Dick noemt Lima ‘The saddest city on earth’, en daarmee doelt hij vooral op het weer. Lima’s klimaat is saai; het regent er nauwelijks en de zon schijnt maar zo’n twee maanden per jaar. De rest van het jaar gaat de stad schuilt onder een witte wolkendeken, veroorzaakt door de dikke zee mist die ontstaat als koude en warme luchtstromingen met elkaar botsen.
De bijzondere klimaatomstandigheden worden veroorzaakt door de ligging van Lima tussen de jungle en de zee. De koude Humboldtstroom die voor de kust loopt, tempert de tropische zon en het Andesgebergte houdt de regens vanuit de Amazone tegen. Lima is op Cairo na de grootste woestijnstad ter wereld, met een veel kouder klimaat dan de zuidelijke ligging doet vermoeden.
Op ongeveer een uur rijden vanuit Lima richting de Andes is de hemel helder en zijn de zon en de sterren weer zichtbaar.
Wellicht hebben de Spanjaarden zich laten misleiden door het weer – ze kwamen aan in januari, één van de weinige maanden in het jaar dat in Lima de zon schijnt. Maar de grootste reden dat ze in 1535 voor Lima kozen, en niet voor Cusco – de Inca hoofdstad – was omdat ze niet nog een hoofdstad wilden in de bergen, zoals Quito en Bogota. Door de ligging aan zee verbond Lima de nieuwe kolonie met Spanje.
Vanwege de haven was Lima tijdens de Spaanse overheersing een van de belangrijkste steden van Latijns-Amerika, maar een goede plek voor een hoofdstad is het zeker niet. Door de klimaatomstandigheden is er te weinig water in de winter en is er kans op overstromingen in de zomer. Bovendien blijven uitlaatgassen, smog en vervuiling ‘hangen’ onder de deken van mist.